Alvis 3.5-Litre Special (1936)

Een robuust rollend chassis met een grote, krachtige motor. Zo werden in de jaren dertig de meeste auto’s aan de upper class verkocht, die vervolgens een gespecialiseerde plaatwerkerij in de arm nam om de chassis van stijlvolle, op maat gemaakte koetswerken te laten voorzien. Vaak had de klant keuze uit tal van carrosserievormen: van een zakelijke vierdeurs Saloon tot een chique Drophead Coupé met open kap, of van een Sedanca de Ville tot sportieve Roadster. Veelal werden tal van elementen in het ontwerp verwerkt die de persoonlijkheid van de eigenaar belichaamden; in de jaren dertig waren vele automobielen one-of-a-kind.

Naarmate deze auto’s op leeftijd raakten en hun oorspronkelijke glans verloren, vielen ze als goedkope tweedehandsjes vaak in handen van mensen uit de lagere maatschappelijke klassen, die doorreden totdat de auto letterlijk door zijn assen zakte. Maar er waren ook kenners, die in deze handgebouwde auto’s van voor de Tweede Wereldoorlog een perfecte basis zagen voor een sportieve ‘special’. Deze auto’s werden ontdaan van hun oorspronkelijke carrosserie, totdat er weer een kaal, rollend chassis zonder overbodige tierelantijnen stond – precies zoals ze de fabriek ooit hadden verlaten. De nieuwe eigenaar begon vervolgens met de creatie van een gedroomde sportwagen – opnieuw one-of-a-kind.

De modellen van Alvis hadden een uitstekende reputatie. Het waren auto’s voor de (vooral) Britse high society, die hoge eisen stelde aan de bouwkwaliteit, de luxe van het interieur en de prestaties. Alvis was bovendien zeer succesvol in de autosport, en werd door kenners in één adem genoemd met de belangrijkste Britse sportieve vertegenwoordigers, Bentley en Sunbeam. Alvis bouwde auto’s met innovatieve techniek; al in 1925 schreef het merk een voertuig met voorwielaandrijving in voor deelname aan een heuvelklim. Ook op Brooklands en Le Mans deed de Alvis 12/50 FWD van zich spreken, met klinkende overwinningen in zijn klasse.

In 1935 kwam Alvis met een 3,5-liter zescilinder lijnmotor. Deze krachtbron werd geprezen om zijn uitzonderlijke souplesse en fluweelzachte loop, wat mede te danken was aan de gesmede, zevenvoudig gelagerde krukas. Voorzien van drie S.U.-carburateurs, was deze motor goed voor een vermogen van meer dan 100 pk. Daarmee deed de Alvis 3.5-Litre niet onder voor de SS Jaguar 100 uit dezelfde periode. De motor was gekoppeld aan een handgeschakelde vierversnellingsbak, met volledige synchronisatie – destijds een unicum. Een volledig onafhankelijk geveerde voorwielophanging was in deze tijd evenmin gemeengoed.

Doordat Alvis zijn modellen voortdurend bleef doorontwikkelen, bleef de 3.5-Litre bleef maar korte tijd in productie. Nadat het model – als opvolger van de Speed 20 – in oktober 1935 werd onthuld, kondigde zich in augustus 1936 alweer het volgende nieuwe model aan: de Speed 25 met 4,3-liter zescilinder. In totaal zijn van de Alvis 3.5-Litre slechts 61 exemplaren gebouwd, waarvan veruit de meeste als rollend chassis.

De Alvis 3.5-Litre werd gebouwd op een chassis met een wielbasis van 3,326 meter. Voor een ruime, luxe limousine een ideaal uitgangspunt. Door de vaak zware constructie van de op maat gemaakte carrosserie, kwamen de capaciteiten van de 3,5-liter zescilinder motor eigenlijk nauwelijks tot hun recht. Dat veranderde pas na de Tweede Wereldoorlog, toen diverse exemplaren van de Alvis 3.5-Litre werden ontdaan van hun oude koetswerk, om omgebouwd te worden tot snelle lichtgewicht ‘special’, met de historische racewagens die raceten op Brooklands en Monthléry als vruchtbare bron van inspiratie.

Peet Classics in Voorschoten is terecht trots op zijn bijdrage aan de bouw van één van de meest geslaagde specials op basis van de Alvis 3.5-Litre. De historie van dit exemplaar is uitgebreid gedocumenteerd; gegevens uit het archief van de Alvis Trust bevestigen de overeenkomstige identiteitsnummers van het chassis en de motor. In april 1936 werd de auto als rollend chassis afgeleverd bij Alvis-dealer Leedham’s Ltd. in York. Eerste eigenaar was Baron Lord Henry Frederic Hotham, die de auto van een koetswerk liet voorzien door Mayfair Carriage Co Ltd. in Londen. Dit bedrijf heeft in totaal twaalf 3.5-Litres afgebouwd.

In 1973 kwam de auto als project in handen van de Brit Brian Chant, een gerenommeerde klassiekerspecialist en coureur in historische evenementen. Chant kortte het chassis in en met behoud van de originele aandrijflijn bouwde hij hierop een eenzitter. Enkele jaren na de bouw van de special later werd deze geëxporteerd naar de Verenigde Staten. In 2001 werd de auto opnieuw door Chant omgebouwd, maar nu tot tweezitter. De zescilinder lijnmotor van de special, die nog altijd in een uitstekende technische conditie verkeerde, werd voorzien van een scherpere nokkenas en een afgedraaid vliegwiel.

In 2014 werd de Alvis 3.5-Litre Special naar Nederland geëxporteerd. De nieuwe eigenaar nam het besluit om de auto grondig te restaureren, en op het door Chant ingekorte chassis een nieuw koetswerk te laten bouwen. De bouw van de volledig nieuwe aluminium carrosserie werd uitbesteed aan de gerenommeerde carrosseriebouwer Carrozzeria Labro uit het Noord-Brabantse Velp. Na voltooiing van de carrosserie, werd deze bij de internationaal vermaarde experts van Classic & Exclusive in Oldebroek gespoten in de huidige groene celluloselak. Peet Classics in Voorschoten is verantwoordelijk voor de technische revisie, het interieur en de opbouw van de auto.

Bij de restauratie van de Alvis 3.5-Litre Special is geprobeerd de uitstraling van de authentieke racewagens uit de jaren dertig – die destijds de strijd met elkaar aangingen op beroemde circuits als Brooklands, Le Mans, Monza en Spa-Francorchamps – opnieuw tot leven te wekken. Het ontwerp is eenvoudig gehouden, met prachtige met de hand vervaardigde cycle wings en zwarte elementen. Verchroomde details zijn zoveel mogelijk weggelaten. Bij de opbouw van het interieur is de focus gelegd op functionaliteit; met behoud van de klassieke rijbeleving, moet de auto ook in het hedendaagse verkeer gemakkelijk te besturen zijn.

Technisch is de Alvis 3.5-Litre Special in een voortreffelijke conditie. De modificaties aan de motor zijn bij de revisie behouden gebleven, met een gemeten maximum vermogen van 120 pk en een koppel van 280 Nm als resultaat.

Deze zeer geslaagde en technisch kerngezonde Alvis 3.5-Litre Special is momenteel te zien in de showroom van Peet Classics in Voorschoten. Neem contact met ons op voor meer informatie.

Alvis 3.5-Litre Special (1936)

A sturdy rolling chassis with a large, powerful engine. In the 1930s, a great amount of cars sold like that to the upper class, to be fitted with a stylish, tailor-made bodywork, designed and built by a specialized coachbuilder. The customer often had a choice of numerous body styles: from a discreet four-door Saloon to a chic Drophead Coupé with an open hood, or from a Sedanca de Ville to a sporty two-seat Roadster. Many design elements were incorporated to embody the owner's personality; in the 1930s many automobiles were one-of-a-kind.

As these vehicles aged and lost their original luster, they often fell into the hands of people from lower classes, who used their pre-war cars until these literally fell through its axles. Fortunately, there were also connoisseurs, who saw a perfect basis for a sporty ‘special’ in these hand-built cars. They stripped the original bodywork to a rolling chassis with no superfluous frills – just as they had once left the factory. The new owner then set about creating a dream sports car – once again as one-of-a-kind.

The models built by Alvis had an excellent reputation. These cars for the (mainly) British high society, set high standards for build quality, interior luxury and performance. Alvis was very successful in motorsport, and was considered by connoisseurs at the same level as Bentley and Sunbeam. Alvis was an innovative brand; already in 1925, it registered a front-wheel drive vehicle for participation in a hill climb. The Alvis 12/50 FWD proved to be a great success at Brooklands and Le Mans, with several famous wins.

In 1935 Alvis introduced the 3.5-liter six-cylinder in-line engine. This power unit was praised for its exceptional smoothness and velvety running characteristics, which was partly due to the forged, seven-bearing crankshaft. Equipped with three S.U. carburettors, this engine produced more than 100 bhp. Therefore, the Alvis 3.5-Litre was a tough competitor for the SS Jaguar 100. The engine was mated to a four-speed manual transmission with full synchronization – a unique feature at the time. A fully independently sprung front suspension, too, was still quite unusual at this time.

Because Alvis continued to develop its models continously, the 3.5-Litre only remained in production for a very short time. After the model was unveiled in October 1935 as the successor of the Speed 20, the Speed 25 with a 4.3-liter six-cylinder already followed in August 1939. In total, only 61 units of the Alvis 3.5-Litre were built, most of them as rolling chassis.

The Alvis 3.5-Litre was built on a chassis with a wheelbase of 3,326 meters. An ideal basis for a spacious, luxurious limousine. Due to the heavy construction of the custom-made bodies, the capacities of the 3.5-liter six-cylinder engine hardly came to fruition. Only when several Alvis 3.5-Litres were stripped to be converted into fast lightweight 'special', inspired on the historic race cars that lapped Brooklands and Monthléry on full speed, the real potential of the engine was proven.

Peet Classics is really proud of its contribution to one of the most appealing specials based on the Alvis 3.5-Litre. The history of this example is extensively documented; records from the Alvis Trust archive confirm the corresponding chassis and engine ID numbers. In April 1936, the car was delivered as a rolling chassis to Alvis dealer Leedham's Ltd. in York. The first owner was Baron Lord Henry Frederic Hotham, who had the car bodied by Mayfair Carriage Co Ltd. in London. This company has completed a total of twelve 3.5-Litres.

In 1973 the car came was bought as a project by Briton Brian Chant, a renowned classic car specialist and historic racer. After shortening the chassis, Chant built a single-seater, while retaining the original powertrain. A few years after the construction of the special, it was exported to the United States. In 2001 the car was again converted by Chant, as a two-seater. The six-cylinder in-line engine of the car which was still in excellent technical condition, was equipped with a sharper camshaft and a lightened flywheel.

In 2014 the Alvis 3.5-Litre Special came to the Netherlands. The new owner choose to restore the car thoroughly, and to design a completely new body to fit in the shortened chassis. The new aluminum bodywork has been built by the renowned Dutch coachbuilder Carrozzeria Labro. After the bodywork was completed, it was sprayed in the current green cellulose lacquer by the internationally renowned experts at Classic & Exclusive. Peet Classics is responsible for the technical overhaul, the creation of the interior and the completion of the car.

This Alvis 3.5-Litre Special recreates the looks of an authentic racing car from the 1930s, as it could have been raced at one of the historic racetracks of Europe, such as Brooklands, Le Mans, Monza and Spa-Francorchamps. The design is simple, with beautiful hand-crafted cycle wings and black detailing. Chromed elements have been omitted as much as possible. When building the interior, Peet Classics keept the focus on functionality; while retaining the classic driving experience, the car also has to drive easily today's traffic.

Technically, the Alvis 3.5-Litre Special is in excellent condition. The modifications to the engine have been kept during the revision, with a measured maximum power of approximately 120 bhp and 280 Nm of torque as a result.

This very beautiful and technically healthy Alvis 3.5-Litre Special is currently on display at Peet Classics in Voorschoten. Please, contact us for more information.